Waterstek, wortelstek, tussenstek, bladstek… Zelf planten stekken lijkt ingewikkeld, maar is het niet. Pak een scherp mes, lege flesjes, een schaar en begin!
Door te stekken krijg je een kopie van de gestekte plant met dezelfde bloemgrootte, geur of vruchten. Knip daarom alleen een stek van een gezonde plant die goed groeit. Een stek die is geknipt in het groeiseizoen van een plant, wortelt het snelst. Het voorjaar en de zomer zijn ideale stektijden. Winterstek heeft meer tijd nodig om te wortelen.
Oh en … pannenkoekplanten kan je ook stekken :-)
Knip stekken, van citroengeranium bijvoorbeeld, van maximaal een vingerlengte. Zorg dat bladeren niet in het water komen. Verwijder het onderste blad en bloemknoppen.
Bloei kost te veel energie, en die heeft de stek hard nodig voor de wortelvorming. Vul vaasjes en flesjes met schoon water en zet de stekken erin. Zet ze op een lichte plek, niet in de volle zon. Ververs het water geregeld. Als de stekken lang staan, kan het water groen worden.
Pot de stekken op zodra de wortels een paar centimeter lang zijn. De overgang van waterwortels naar grondwortels vraagt wat aanpassing van de stek. Zet de opgepotte stek niet meteen in de volle zon. Geef voldoende water. Zodra het blad fris overeind blijft staan, is de plant geworteld en kan hij naar een plek in de zon.
Het bosje verse tijm, salie of rozemarijn van de markt is prima geschikt om te stekken. Gebruik het middenstuk van een tak. De top is vaak te slap en te zacht, waardoor die gaat schimmelen.
Knip een takje van 3 vingers lang en verwijder de onderste blaadjes. Schraap met een mesje van boven naar beneden op één plek een stukje bast weg ter grootte van een centimeter. Gebruik bij tijm en rozemarijn stekpoeder (te koop bij het tuincentrum). Dip de stekken met de wond in het poeder, tik overtollig poeder af.
Steek ze hierna in een pot gevuld met stekgrond. Dek de stekken af met plastic of zet ze in een kweekbak tot ze zijn geworteld.
De aardbeiplant zorgt zelf voor zijn stekken. Zodra de uitlopers de grond raken, maken ze wortels. Knip deze jonkies los van de moederplant en pot ze op.
Houd ze de eerste weken warm, totdat de eerste nieuwe bladeren verschijnen. Dan is het tijd om ze buiten in een pot of in de grond uit te planten.
Lavendel en sneeuwbal (Viburnum tinus) zijn planten met houtige takken. Ze wortelen niet op water. Deze houtige stekken hebben een zetje nodig om wortels te maken. Zonder stekpoeder duurt het heel lang voor de stek wortels maakt.
• Trek voorzichtig een zijscheut, met een stukje bast eraan, van de hoofdtak. Snijd het hieltje recht af.
• Haal de onderste blaadjes weg, die mogen niet onder de grond komen.
• Halveer het grote blad.
• Dip de wond in stekpoeder, tik het teveel eraf.
• Steek de stek in stekgrond.
Munt is een woekerende plant, die met lange witte wortels door de hele tuin groeit. Graaf deze wortels op. Kijk of er al nieuwe groene groeipunten op de wortels zitten. Knip van de wortels stukken van 2 vingerkootjes lang met een groeipunt en wat jonge wortels.
Strooi deze wortelstukken uit in een pot of direct in de tuin, dek ze af met een dun laagje grond. Binnen een week zie je de scheuten boven de grond komen. Als ze vier blaadjes hebben is het stekken gelukt. Haal de planten voorzichtig uit elkaar en plant ze buiten uit.
Vetplanten stekken is eenvoudig. Snijd een blad of bladrozet af. Laat het blad een etmaal indrogen. Steek het dan in een potje met stekgrond. Niet te diep. Druk de grond rondom de stek stevig aan zodat hij vaststaat.
Vetplanten hebben niet veel water nodig, ook de stek hoeft maar 1 keer per week een drupje. Deze stekken staan graag warm en zonnig. Schuif een plastic zak of glazenstolp over de pot met stekken of zet ze in een kweekbak voor nog meer warmte.
FOTOGRAFIE ERIC VAN LOKVEN STYLING JET KRINGS TEKST M.M.V. WELDAAD.COM EN DEWILTFANG.NL
Het beste voor binnen & buiten Bestel de nieuwste Home & Garden Word abonnee